Wat is het verschil met andere optische systemen ( microscoop of loupebril) ?

MICROSCOPISCH OF OPEN:

Er zijn veel “endoscopische” en microchirurgische technieken mogelijk. Strikt genomen zijn het miniaturisaties van de open chirurgie, maar wordt de ingreep technisch gezien op een klassieke manier uitgevoerd. Er ontstaat louter om aan de hernia te kunnen een collaterale schade in de rug, er wordt een kunstmatige ruimte en opening  gemaakt om de operatie technisch te kunnen uitvoeren.

Deze toegang is relatief rigide om in te werken, weefsels belemmeren beweeglijkheid. Ter compensatie gaat men:

Het weefsel extreem open rekken of losmaken (rugspieren).

Het gele ligament dat boven het ruggenmerg en zenuwbanen zit verwijderen.

Bot verwijderen louter om de hernia te kunnen zien of om te kunnen bewegen met chirurgische instrumenten.

FULL-ENDOSCOPISCH:

Verschil is is de plaats waar de lens waarmee gekeken wordt zich bevindt. Daar de lens van een endoscoop zich in de operatie zone bevindt op een paar mm van de anatomie  is er een uitvergroting van het beeld maar met extreme uitvergroting en zeer goed beeld.

Zachter , met beter en ruimer zicht dan met de microscoop via een minimale 4 mm tot 6 huid  incisie.

Bij gebruik van loupebril of microscoop is het zicht van buiten de operatie wonde en daardoor minder superier.

De endoscoop kijkt onder een hoek van 25 graden en bevindt zich in de anatomie waardoor echt “om de hoek” kan worden gekeken naar plaatsen die met rechtstreeks zicht onzichtbaar blijven. Het is een soort periscoop.

De endoscoop irrigeert continu het operatie gebied met water, wat een zeer groot voordeel in vergelijking met open technieken. Het operatie veld is vrij van weefseldebris en bloed, met als gevolg meer detail van de te opereren  anatomie (kleur, vorm en textuur). Bijkomend voordeel van deze continue spoeling is het wegspoelen van mogelijke bacteriën..

 

INTERLAMINAIRE TOEGANG:

Het gele ligament wordt als een gordijn opengeschoven. Bij klassieke operatie wordt dit verwijderd

ENDOSCOPISCHE rug operaties hebben MINSTENS dezelfde succes ratio als klassieke micro-discectomie maar veroorzaken GEEN OPERATIEVE SCHADE aan de omliggende weefsels en hebben MINDER COMPLICATIES.

Botresectie is vaak niet nodig voor de chirurgische toegang. Bij de open techniek wordt er een laminectomie uitgevoerd om beter te kunnen zien en om te kunnen bewegen met de operatie instrumenten.

De endoscoop is zeer beweeglijk mede door haar kleine diameter en kan als een periscoop “achter een hoek” kijken

Rug endoscopie via de twee natuurlijke vensters van de rug, transforaminaal en interlaminair

DE TRANSFORAMINALE TOEGANG IS MICROCHIRURGISCH ZELFS NIET MOGELIJK !

Bij foraminale hernia’s zit de discusprop in het neuroforamen. Dit is  de zelfde kleine opening waar de uittredende zenuw door moet.  Voor een endoscopische laterale toegang (zijkant) is dit makkelijk te verwijderen. Het is net via deze weg dat al deze ingrepen gebeuren. Klassieke open toegangswegen laten het neuroforamen maar zeer moeilijk benaderen. Er is meestal een grote incisie, uitgebreide botresectie nodig. Soms dient de wand van  foramen opengemaakt te worden door uitgebreide botresectie en dient de schakel daardoor te worden vastgezet.

DE KEUZE VAN DE ENDOSCOPISCHE TOEGANG WORDT BEPAALD DOOR  DE CHIRURG MET ALS DOEL OP DE MINST TRAUMATISCHE MANIER TE BEHANDELEN, DIT  MET DE GROOTSTE KANS OP EEN SUCCESVOL RESULTAAT.